Het verschil tussen cava, champagne en prosecco

Cava-Champagne-Prosecco

“Doe maar een glaasje bubbels!”. Een verzoek van veel gasten als we ze vragen naar het eerste drankje van de avond. Ik geef ze groot gelijk: hoe feestelijk om zo de avond te starten! De bubbel staat vaak symbool voor iets speciaals. Een bijzondere gelegenheid zoals het behalen van je diploma, het inluiden van een nieuw jaar of een verjaardag. Of gewoon, om te proosten op het leven!

Als we het hebben over bubbels, dan kunnen we eigenlijk onderscheid maken tussen cava, prosecco en champagne. Ze bevatten allemaal bubbels, maar zijn echt niet allemaal hetzelfde. Wat is het verschil tussen de drie? Ik leg je de verschillen graag uit.

Champagne
Eigenlijk de bekendste bubbel van de drie: champagne! De allereerste champagne – een variant zonder bubbels – werd al geserveerd in de 15e eeuw. De champagne mét koolzuurbubbel is te danken aan Dom Pérignon. In 1688 ontwikkelde hij – na lang experimenteren – champagne zoals we deze vandaag de dag kennen.

Champagne wordt gemaakt volgens de Méthode Traditionelle, waarbij de mousserende wijn minimaal 15 maanden op de fles rijpt. Een belangrijk vereiste bij champagne is dat het van drie verschillende druivensoorten wordt gemaakt: de Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier. Ook in champagne is trouwens onderscheid te maken qua smaak en beleving.  Het suikergehalte, de verhouding van druivenrassen en de jaargang zorgen ervoor dat elke champagne weer anders kan smaken.

Cava
Het is níet per definitie zo dat champagne de lekkerste bubbel is om te drinken. Om dat bewijzen, reizen we af naar Spanje voor een heerlijk glas cava. Spanjaard José Raventos produceerde de eerste fles cava in 1872, en maakte daarmee de eerste niet-Franse mousserende wijn. Het bleek een wereldwijd succes.

Cava heeft –  net zoals champagne – een tweede vergisting op de fles, al rijpt cava een stuk korter: slechts negen maanden. De Spaanse druiven en het warme Middellandse Zee-klimaat zorgen ervoor dat cava heel anders smaakt dan champagne. Milder van smaak, iets minder frisse zuren en een kruidige ondertoon. Cava heeft een hele goede prijs-kwaliteitverhouding en is daarmee een stuk vriendelijker voor je portemonnee.

Prosecco
Ciao bella: zeg je prosecco, dan zeg je natuurlijk Italië! Voor de oorsprong van de prosecco moeten we terug naar de tijd van de Romeinen. Zij maakten wijn van de Glera druif, en noemden de mousserende wijn ‘puccino’. De naam prosecco wordt voor het eerst gebruikt in 1772, en kennen we vandaag de dag nog steeds.

Prosecco is niet te vergelijken met cava of champagne, en dat verschil zit ‘m al gelijk in het productieproces. Champagne en cava krijgen een tweede gisting op de fles, maar bij prosecco vindt de tweede gisting plaats in een tank. Dat doen ze omdat prosecco vooral levendig, licht zoet en fruitig moet smaken. Het productieproces is daarom zodanig gemakkelijk gemaakt dat het relatief weinig tijd kost om tot een fruitige bubbel te komen. Prosecco is daarmee de goedkoopste mousserende wijn in dit rijtje.

Uiteindelijk geldt: smaken verschillen. De een houdt van de fruitigheid van een prosecco, de ander zweert het bij de rijke bubbels van champagne. Het maakt dan ook niet uit welke bubbel je drinkt: zolang je leven maar blijft vieren, is elke bubbel geschikt.

Proost!